In de Binnenkijker kijken we binnen in de interieurs van stolpen. Deze verschillen nog meer van elkaar dan de buitenkanten. De zoektocht naar en het toepassen van nieuwe functies gaat provinciebreed voort. Nieuw gebruik is immers de aanzet tot behoud. Niettemin zijn nieuwe functies altijd gebaseerd op de indeling naar oorspronkelijk gebruik: hooi in het vierkant en koeien op korte en lange regel. Dit gebruik is thans zo zeldzaam, dat deze Binnenkijker hieraan volop ruimte biedt. Het kan niet vaak genoeg worden herkauwd.
Een flinke ploeg zwart-witte dames staat gemoedelijk op stal in een Noord-Hollandse normaalstolp met voorhuis te Winkel. Een unicum met alle schaalvergroting in de agrarische sector, maar nog wel degelijk van deze tijd. Bij het verschijnen van deze Nieuwsbrief staan de koeien alweer ruim een maand lekker in de wei achter de stolpboerderij. Tijdens het werkbezoek deze winter aan deze voluit functionerende veehouderij stonden ze allemaal op stal en stond ze een frisse scheerbeurt te wachten. Het deed ze zichtbaar genoegen.
De veertig melkkoeien van Nico Laan hebben in de stolp alle ruimte. Toen in 1914 het voorhuis werd gebouwd (een deur verbindt dit voorhuis met de stolp), kwam het oorspronkelijke woongedeelte aan de voorkant van de stolpboerderij vrij. Deze ruimte werd aansluitend op de lange regel ook als stal ingericht. Hierdoor is de hele stolp (op dars en vierkant na) in gebruik voor de nu uitgebreide veestapel. Aan de voorkant staan de koeien met de kont naar de muur en op de lange regel staan ze volgens de Noord-Hollandse stalindeling opgesteld. Het ‘achterom’, waar vroeger de varkens knorden, geeft nog ruimte aan zes koebeesten. Het vierkant is - zoals het hoort - tot in de nok volgeladen met hooi.
In oorsprong was de rietgedekte stolp met dakspiegel ingedeeld als een echte Noord-Hollandse normaalstolp. Met de darsdeuren aan de achterzijde, vlakbij de weilanden, en de stal (de lange regel) evenwijdig aan de dars. Bij de grupstal zoals de Noord-Hollandse stalindeling ook wel heet, staan de koeien met de koppen naar de muur met raampjes en belanden de mest en het oude stro in de grup achter de koeien. Aan de voorkant was zoals gebruikelijk de woonruimte van Nico’s ouders en van de boerenfamilies voor hen.
Nico boert zoals zijn vader vroeger ook deed, zo veel mogelijk op de hand. Alleen de melkbussen zijn in 1979 vervangen door een roestvrijstalen melktank. Het is een inspannende manier van boeren, maar Nico zou het niet anders willen. ‘Eigenlijk ben je altijd bezig. Voeren, melken, mesten, verzorgen. Bijna alles handwerk. Het melken gaat machinaal, via de melkleiding. Eerst altijd met een doekje de spenen schoonmaken voordat je de machine eronder hangt’. Een uur en een kwartier, twee keer per dag.
Over de dag heen schept Nico zo’n 24 tot 25 kruiwagens mest uit de stal en verdeelt hij vier à vijf balen stro over de stallen. Op deze manier staan de koeien altijd in het verse stro. Wie Nico Laan bezig ziet en hoort praten, beseft hoeveel noeste arbeid al die boeren vroeger in een stolp hebben verricht. Hoe houdt hij dat vol? ‘Ik vind het leuk om met dieren om te gaan. Je kent ze natuurlijk door en door en je ziet dan precies als er iets aan de hand is.’ De koeien geven hem hoorbaar gelijk en herkauwen dik tevreden door.
Met dank aan Ed Dekker (NHD, 15-1-20)