In de Binnenkijker kijken we binnen in een stolp. Nog meer dan de exterieurs verschillen de interieurs van stolpen. In deze aflevering de combinatie woonstolp met camping. Bij de culinaire fietsroute ‘Te stolp gaan’ op 21 en 22 september een mooie en gewaardeerde tussenstop.
Het was zomer in West-Friesland. De zon hoog boven de groene polder. Dikke rietkragen langs de slootkanten. De frivole zonnerakken van de stolpboerderij glimmen in het zomerlicht als de met anti-zonnebrandolie ingesmeerde benen (en armen) van een badgast. Deze zomerse stolp ziet er aan alle kanten goedverzorgd uit en van verval is al sowieso geen enkele sprake. Bovendien is de nieuwe recreatieve functie in trek, zoals zal blijken.
Aan de vaart
We zijn te warskip (te gast) bij Cor en Ria Spijker die met ‘Veerhof’ een rustiek gelegen boerencamping runnen en zijn aangesloten bij het netwerk van de natuurkampeerterreinen. Het erf is als de stolp, goed onderhouden en hoewel het complex in een open polder ligt, geeft het erf een besloten indruk. Het is er vooral rustig. Dat is volgens de Spijkers ook precies de bedoeling.
Toen de broer van Cor (Freek Spijker) plotseling overleed, namen Cor en Ria de stolp in 1996 over, die toen nog helemaal veehouderij was annex kaasmakerij (tot 1912). Het boerenbedrijf voortzetten was geen optie, maar het idee om een groene camping te runnen, sprak ze aan. Dat plan nam tot 2000 in beslag, en in 2005 herbouwden ze de stolp uit 1906 op het oude grondplan met behoud van het oorspronkelijke vierkant. Cor en Ria slaagden erin de sporen van het boerenleven in de stolp beleefbaar te laten. Hoewel de stolp op de begane grond grofweg gesproken in twee helften is ingedeeld, is de intimiteit gebleven. De nieuwe woonkamer (met een slim aangebrachte, zeer functio-nele loggia) is op de plek van de lange regel, een aansluitende en smaakvol aangebrachte aankapping dient als tuinkamer. ‘‘Het goedjaarsend’’, aldus Cor. Vol zicht op de hoogstam-boomgaard. Binnen opnieuw oude kleuren met gebruik van o.a. ossebloed, dodekop en bentheimer. Een over het geheel getrommelde hardstenen vloer ondersteunt het streven om de rust in het hele interieur te bewaren.
In de oorspronkelijke woonkamer een klassieke schoorsteenmantel die nog vraagt om een schoorsteenstuk. Detailleringen zijn sober, maar bijzonder effectief. De bedsteden met eronder de kelder (om die reden buiten een piepklein kelderraam in de voorgevel!) en in de doorgang tussen twee bedsteden het hol. Een bergruimte in het plafond. Binnenluiken achter ramen èn voordeur als isolatie. Aan de andere kant slaap- en badkamers op de plek van de oude tuigenkamer en de paardenstal in de dars met direct achter de darsdeuren in de kazenkamer het kantoor van de camping. Veerhof, genoemd naar de ligging langs de vaart of zoals die hier heet: de Veer.
Kikkertjesland
“Vroeger heette het hier het ‘Modderweggie”, zegt Cor, “dat leidde op zijn beurt naar het zogenaamde Oostwouder ‘kikkertjesland’, dus je begrijpt wel dat je als boer daar niet veel te zoeken had”. Het land werd niet voor niks Voordelft genoemd en dan moet je weten dat delft net als graft oude namen zijn voor waterloop. Toen ruim een eeuw geleden een molentje werd gebouwd, verbeterde de waterhuishouding en werd in 1906 door opa Freek Spijker deze stolp gezet.
W-N-O-Z
Via de waterbak voor het regenwater, de schoorsteenmantel voor de kazenmakerij en het bereiden van het varkensvoer gaan we via de trap naar boven. Daar wacht het vierkant van ruim 7 bij 8 meter met aan voor-en achterkant een ruim overstek, in opmerkelijk zware staanders en balken. Dito zwingen en ring-balken. Sparren zwaar en keurig in het gelid. Planken vervangen het riet achter de dakpannen. Door een (loze) dakkapel dat er vanaf de buitenkant uitziet als een bijzonder goed passend feesthoedje stroomt het daglicht naar binnen. In de balken en in de stijlen, merktekens die met letters de kanten van de windroos aangeven om de constructie goed passend in elkaar te kunnen zetten. W voor west enzovoort.
Vakwerk
De Spijkers tonen zich bijzonder ingenomen met het ontwerp en de adviezen destijds van Jan van Kooten, voorheen werkzaam voor de SHBO, en met het vaktimmerwerk van wijlen Ad Weel. “Als je zag hoe die werkte, een lust voor het oog!” Ondertussen blijft de campingtelefoon geregeld overgaan. Als Cor ten slotte echt op zijn praatstoel zit, is het tijd voor afscheid. We worden uitgezwaaid. Buiten valt de rust op het erf opnieuw op.
Thuis ga ik op zolder eerst op zoek naar mijn kampeerpaspoort. U ook? Boekingen via info@campingveerhof.nl
WM