Onder de pannen
Het dak heeft de grootste oppervlakte van een stolp. ‘Welke dakpannen houden het onder zo’n groot dak droog,’ vroeg ik mij af. Voor een hoorcollege dakpannen ben ik naar Piet Tamis in Oudorp getogen. Staand voor zijn prachtige stolp ‘Eendracht maakt macht’ zag ik bijzondere dakpannen onder het riet vandaan steken. ‘Ja, dat zijn Münster kruispannen, zeldzame pannen die op slechts enkele stolpen liggen. Ze zijn in kruisverband gelegd. De Münster pan is een geglazuurde, rechthoekige, zwarte dakpan met een ruitvorm als versiering erop,’ doceerde Piet.
Al snel passeerden in het gesprek tal van pannennamen waarvan ik nooit had gehoord, zoals holle muldenpan, gegolfde Friese pan, Oegstgeester pan, kruispan, Tuile-du-Nord, Lucas IJsbrand, oud-Hollandse pan, verbeterde oud-Hollandse pan en opnieuw verbeterde oud-Hollandse pan, kleine Romaanse pan en dan is er natuurlijk ook de grote Romaanse pan, het duizelde mij. Het was duidelijk dat het niet zomaar over een dakpannetje zou gaan.
Grieken en Romeinen
De oude Grieken gebruikten al vlakke pannen met opstaande randen. De naden werden afgedekt met halfronde, iets taps toelopende pannen. Dat zijn de nu nog in gebruik zijnde monnik- en nonpannen. De Romeinen brachten deze dakpantechniek naar onze streken.
Van riet naar pannen
Oorspronkelijk waren alle daken van stolpboerderijen met riet bedekt. Dat was goedkoop en in ruime mate in de omgeving aanwezig. Een nadeel van riet is dat het zeer brandbaar is. Een tweede nadeel is dat een volledig rieten dak ver oversteekt, waardoor het regenwater niet kan worden opgevangen zonder een heel brede goot. Dat probleem werd opgelost door het onderste deel van het dak van dakpannen te voorzien, waar men het riet voor een deel overheen liet steken, daardoor loopt het regenwater van het riet op de pannen en vervolgens in de dakgoot. Een misverstand is dat riet lichter is dan pannen en dat daardoor riet beter voor de dakconstructie zou zijn. Dat is echter niet zo. Het gewicht van riet en pannen is ongeveer gelijk. Rijkere boeren konden zich een volledig pannendak permitteren. Het meest gebruikt werd de oud-Hollandse pan, later de verbeterde oud- Hollandse pan en weer later de opnieuw verbeterde oud-Hollandse pan. Boeren die nog beter boerden lieten op het woongedeelte geglazuurde pannen leggen als teken van welvaart, of bijvoorbeeld de Friese golfjes, die waren duur, mooi en dichtten ook beter af. De geglazuurde pan heeft als voordeel dat die sterker is en niet poreus. Bij strenge vorst kan het gebeuren dat goedkopere pannen stuk vriezen.
Tip bij storm
Bij storm waaien vaak pannen van het dak. Dat gebeurt zelden aan de kant waar de storm tegenaan blaast, maar meestal aan de luwe kant. Dat komt omdat de pannen door de wind tegen het dak aan geblazen worden, terwijl er aan de luwe kant vaak een vacuüm ontstaat. Omdat er veel wind tussen de pannen het vierkant inwaait wordt er druk opgebouwd, zodat mede door het vacuüm de pannen van binnenuit van het dak gedrukt worden. Tip: laat bij storm een deur aan de luwe kant openstaan, dan kan de druk via de deuropening ontsnappen en gaan er minder pannen verloren.
Onder de pannen
‘In de wederopbouw, na de Tweede Wereldoorlog,’ vertelt Piet tenslotte, ‘was er behoefte aan goedkoop bouwmateriaal en is de betonpan in zwang geraakt. Dat was geen succes omdat de betonpan snel sleet, poreus en niet kleurvast was en bovendien een ideale voedingsbodem voor algen en mos was. En ook nog eens oerlelijk. Gelukkig verdween die pan weer snel uit het stolpbeeld.’ De opnieuw verbeterde oud-Hollandse pannen worden nog veel toegepast en zijn meestal oranje van kleur, soms gecombineerd met zwarte of donkerblauwe.
Onze conclusie is dat de combinatie riet-met-pannen het mooist is. En een jaartal van pannen in het dak vind ik eveneens niet te versmaden.